Een machtig geluid

vanpeer1

door Ellen Segeren –
beeld: Paul Robert

TOM VAN PEER MAAKT TWEE SLOTEN LOS IN EEN DEURTJE in de toren van de 18de-eeuwse Sint-Laurentiuskerk in het Belgische Lokeren. Hij is geen grote man, maar moet bukken om naar binnen te gaan. Dan begint hij aan de klim van 216 treden langs een smalle, uitgesleten wenteltrap naar zijn domein: de beiaardkamer. Boven zet hij zijn blindenstok en tas bij de muur en gaat op het bankje zitten achter een klavier van stevige houten stokken. Even houdt hij zijn hoofd schuin en laat dan zijn losjes gebalde vuisten op een paar van de essenhouten stokken zakken. Vrijwel tegelijk met het geluid van het mechaniek van staalkabels en katrollen klinken door het plafond van de beiaardkamer de gedempte tonen van kerkklokken.
Het is een zonnige woensdagochtend in september; marktdag in Lokeren. Op het kerkplein staan tientallen kramen opgesteld met groente, kaas, vlees en kleding. Het is druk op straat en de terrassen in de zon zitten vol als na de klokslagen van elf uur de eerste heldere tonen klinken van het wekelijkse beiaardconcert van stadsbeiaardier Tom Van Peer (40). De herkenbare noten van Gershwins klassieker ‘Summertime’ galmen over het plein en door de straten ver rond de toren.
Hoog in de toren speelt Tom vol overgave. Zijn handen bedienen de lichte klokken die boven de beiaardkamer hangen. Als zijn voeten de pedalen raken, trekken zwaardere kabels aan klepels zo groot als kanonskogels in de acht meter hoge zaal beneden, waar de grootste klokken hangen. Zij geven een machtig geluid dat door de vloer van de beiaardkamer heen gonst.
Soms slaat Tom stevig op de stokken, dan weer streelt hij die met zijn vingertoppen om de klokken tinkelende klanken te ontlokken. Razendsnelle toonladders, subtiele trillers, ronkende bassen klinken uit de 49 klokken van deze beiaard, het grootste muziekinstrument ter wereld.
vanpeer2“Een heerlijk gevoel”, verzucht hij als de laatste tonen van ‘Summertime’ zijn weggestorven. De concentratie op zijn gezicht maakt plaats voor een brede lach. “Dit is spelen met de ziel.”
Tom Van Peer is 13 jaar oud als hij kennismaakt met het geluid van de beiaard. Volledig blind sinds zijn negende, heeft hij geleerd zijn gevoel te uiten op de piano en de accordeon. Maar wat hij hoort als hij tijdens een uitstapje in Oudenaarde op straat loopt, is iets heel anders dan de muziek die hij in de woonkamer maakt. “Het leek me machtig om daar boven in de toren te zitten, en dat de hele stad me zou horen. Ik zei meteen: dát wil ik. De stad onderdompelen in muziek.”
De jonge musicus wordt slechtziend geboren. Hij kan grove vormen en kleuren onderscheiden, maar meer niet. Als hij op zijn 9de zijn zoveelste oogoperatie ondergaat, gaat het mis. De operatie mislukt en Tom wordt wakker in het absolute duister. De rest van zijn leven zal hij op de tast en op zijn gehoor zijn weg moeten vinden. “Gelukkig wilden mijn ouders meer voor mij dan dat ik mandjes leerde maken op de blindenschool, zoals dat toen nog ging”, herinnert Tom zich. Dus als hij op zijn 13de het geluid van zijn toekomst hoort klinken vanuit de Oudenaardse kerktoren, werken zijn ouders mee. “Ze schreven me op mijn zestiende in bij de Beiaardschool Jef Denyn in Mechelen. Daar werd ik na een examen toegelaten.”
De beiaardschool van Mechelen heeft vier afdelingen en is een van de twee scholen die er zijn in België en Nederland. Het Nederlands taalgebied is de bakermat van de beiaard, of het carillon, zoals het in Nederland meestal wordt genoemd.
Al in de 16de eeuw worden de eerste combinaties van chromatisch gestemde klokken opgehangen, vooral in kerktorens. Sindsdien zijn klokken niet alleen meer bestemd om de tijd of het begin van de dienst mee aan te geven of alarm te slaan, maar kunnen ze ook dienen voor wereldse concerten. Hoe rijker de stad, hoe uitgebreider en verfijnder de beiaard. In de Gouden Eeuw woeden er ware concurrentieslagen om welke stad de meeste en mooiste beiaarden heeft. En tot de dag van vandaag zijn er nergens ter wereld zo veel handbespeelde beiaarden als in de Lage Landen: 185 in Nederland, 89 in België.

vanpeer4

OP DE BEIAARDSCHOOL voelt de jonge Tom zich als een vis in het water. Hij vindt zijn nieuwe thuis in een huis dat vol staat met piano’s en beiaardklavieren. Om een totale kakofonie te voorkomen zijn de beiaardklavieren niet verbonden met klokken, maar met zinken plaatjes die klinken als een xylofoon.
De vrijheid op school is groot. “Elke student kreeg een sleutel, zodat je kon studeren wanneer je maar wilde”, zegt hij. En dat biedt nieuwe mogelijkheden voor de intussen tot een goed uitziende jongeman uitgegroeide Tom. “Vriendinnetjes vonden de beiaard fascinerend”, vertelt hij. “Ik kon het als een goede versiertruc gebruiken.”
Maar wat hij ook ontdekt is dat de wereld van de beiaard niet groot is. “De beiaardierswereld is conservatief, houdt vast aan traditie”, zegt hij. “Maar de beiaard is geen oubollig instrument. Je kunt er luchtig, maar ook heel gevoelig op spelen. Ik wil er even vlot op spelen als op de piano of het accordeon.”
Naast de beiaardopleiding studeert hij jazzpiano in Antwerpen, en de daar opgedane vaardigheden combineert hij met zijn klassieke beiaardspel. Zo bouwt hij een groot repertoire op van bestaande en spontane muziek. Anders dan ziende musici die muziek lezen en tegelijkertijd oefenen, leert Tom zijn repertoire al luisterend. Bladmuziek in braille gebruikt hij niet. Hij studeert overal waar hij maar kan; in de trein bijvoorbeeld. Op zijn iPhone, die ook een belangrijk hulpmiddel is voor communicatie met de ziende wereld, staat de muziek die hij wil instuderen. Hij luistert en luistert en luistert, totdat alle noten in zijn geheugen zijn gegrift. Pas dan gaat hij de muziek spelen. “Als je de muziek in je hoofd hoort, kun je die vanzelf spelen. Dan zijn de verbindingen in je hersenen aangelegd”, legt hij uit.
Maar met alleen de noten te kennen ben je er nog niet. “Het gaat erom dat je naar je vingers kunt vertalen wat je ziel zegt. Ik hou van dynamiek, van alles in het leven, en ik druk graag alles maximaal uit, zonder te overdrijven. Je spel is een weerspiegeling van je karakter, je speelt zoals je bent. Je moet jezelf bloot durven geven. En bijvoorbeeld ook héél zacht durven spelen.”
Hij illustreert het met een tango van Piazolla, die hij als één brok dynamiek uit de beiaard tovert. Soms sluit hij zijn ogen, dan weer lijkt hij met zijn hazelnootbruine ogen naar boven te turen. Af en toe voelt hij even aan een van de stokken om zich te oriënteren op het klavier, om daarna weer trefzeker zijn vuisten te laten neerkomen. Zijn hele lijf ademt speelplezier.

vanpeer3

IN 1998, HIJ IS DAN 22 en net afgestudeerd aan de beiaardschool en het jazz-conservatorium, neemt Tom deel aan de Koningin Fabiolawedstrijd, een internationale muziekwedstrijd voor beiaard. Hij loopt zelf niet zo warm voor concoursen, maar wordt gepusht om mee te doen: “Ge moet dat doen!” Hij wint dankzij zijn liefde voor jazz en improvisatie. ”De winnaar is degene die het meeste uitdrukt, niet degene die het beste in de stijl blijft. Dat ik won heeft me een boost gegeven. Nu móést ik wel beiaardier worden.”
Maar dat valt niet mee. Er zijn nergens ter wereld zo veel carillons te vinden als in Vlaanderen en Nederland, maar er zijn ook wel 300 gediplomeerde beiaardiers, en een stads- of kerkbeiaardier heeft slechts een parttime baan. “Veel beiaardiers bespelen wel vier of vijf torens”, zegt Van Peer. En die houden ze bezet tot ze de trappen niet meer kunnen beklimmen. Er is weinig verloop.
Het duurt drie jaar voordat Tom een plek verovert in Lokeren. Hij wordt gekozen uit zeven sollicitanten, opnieuw vanwege zijn eigenzinnige spel. Sinds 2009 is hij ook kerkbeiaardier in de Onze-Lieve-Vrouwe-over-de-Dijlekerk in Mechelen, op 100 meter afstand van zijn huis.
Twee torens vindt hij genoeg. “Je zit daarboven in je eentje, maar ik hou ook erg van samenspelen met anderen. Daar is de beiaard niet voor gemaakt.” Daarom gaat hij graag op reis met zijn accordeon, liefst naar Zuid-Amerika, om daar op pleinen en in cafés spontaan met anderen samen muziek te maken.

Beiaardier Tom van Peer bespeelt het carillon in de kerk van Lokeren. Zie Reader’s Digest – december 2015
Zijn muzikale hart ligt vooral bij de improvisatie. Hij geeft er les in aan de beiaardschool in Mechelen waar hij zelf werd opgeleid. “Ja, improviseren kun je leren”, zegt hij. “Je improviseert ook als er tijdens het praten woorden in je opkomen zonder dat je erbij nadenkt. Veel mensen spelen enkel van blad en kunnen niks meer als je de muziek weghaalt. Ze zijn helemaal vastgebakken aan die noten. Als je ontdekt wat je zélf wilt zeggen, kun je improviseren.”
Er is veel schroom bij te overwinnen, zegt Tom. “De westerse mens barst van de remmingen. Wij mogen geen fouten maken, maar als je die wél mag maken, durf je veel meer.” Hij vindt Zuid-Amerikanen en Afrikanen veel losser. Dat is ook te horen aan de muziekstijlen in die culturen. “Eigenlijk ben ik op het verkeerde continent geboren.”
Om te laten horen wat hij bedoelt, zet hij in de toren, hoog boven de markt van Lokeren, een improvisatie in. Die begint zacht, fragiel bijna. Een lichte aanraking op een stok is genoeg om boven een klok te beroeren. Geleidelijk aan wordt de muziek voller en krachtiger. Het ritme wordt opzwepender en dan komen behalve zijn armen ook zijn benen in beweging. Alles beweegt aan de beiaardier. Zijn gezicht straalt plezier en inspanning uit terwijl het binnen en buiten de toren klingelt en beiert.
De improvisatie eindigt in een magistraal crescendo dat niemand op de markt beneden kan ontgaan.
Terwijl de laatste tonen nog nagalmen door de beiaardkamer en over de stad slaakt Tom Van Peer een voldane zucht. Met een tevreden glimlach op zijn gezicht pakt hij zijn tas en stok om te beginnen aan de lange afdaling naar de straat.